De Provincie Zuid-Holland laat onderzoek doen naar haar slavernijverleden. De onderzoeken worden uitgevoerd door de Universiteit Leiden en het Verwey-Jonker Instituut.
"Met de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 lijkt het slavernijtijdperk ver achter ons te liggen", staat op de website van de provincie. "Maar het verleden werkt door in het heden. Wat we onbewust ‘gewoon’ of ‘normaal’ vinden, wortelt vaak in de geschiedenis. Geschiedenis bestaat uit feiten, maar degene die de pen voert, bepaalt vanuit welk perspectief het wordt opgeschreven."
Zuid-Holland zegt met "een nieuwe blik" de eigen geschiedenis te willen onderzoeken, zonder daarbij weg te kijken van "de minder mooie aspecten". Zo wordt onderzocht hoe aan slavernij geld werd verdiend en welke rol de provinciebestuurders hierbij innamen. Ook wordt gekeken hoe de structuren die toen zijn ontstaan doorwerken in de huidige samenleving. "Met deze kennis over het verleden en de effecten in het heden, willen we bouwen aan gelijke kansen in Zuid-Holland zodat iedereen die mee wil doen, ook mee kán doen."
Onderzoek
Het bronnenonderzoek naar geldstromen en rol van het toenmalige provinciale bestuur wordt uitgevoerd door Universiteit Leiden. Het Verwey-Jonker Instituut onderzoekt de doorwerking van het slavernijverleden. De resultaten worden in juni 2023 verwacht.
De gemeente Den Haag deed eerder al onderzoek naar haar rol in het koloniale en slavernijverleden. Burgemeester Jan van Zanen bood daarvoor in november excuses aan.